In uw zoektocht naar een beter timemanagement heeft u zelf de nodige zelfhulpboeken verslonden. In hoeverre schoten die volgens u tekort?
Mijn grootste bezwaar tegen de meeste zelfhulpliteratuur is dat ze de illusie van controle oproept. Natuurlijk hebben we invloed op de manier waarop we onze tijd inrichten, maar het is een fabeltje om te denken dat er een geheime techniek is waarmee je een meester van je bestaan wordt en je willekeurig welk doel dan ook kunt behalen. We kunnen nu eenmaal niet ontsnappen aan het feit dat onze tijd op aarde beperkt is, terwijl we kunnen kiezen uit een oneindig aantal dingen om te doen. Dat is wat ik bedoel met imperfectionisme. Daarom zullen er er vrede mee moeten hebben dat we uiteindelijk maar een klein deel van onze ambities zullen kunnen verwezenlijken, zelfs als het mogelijk zou zijn om dag en nacht door te werken.
Is dat niet ontmoedigend?
Ik vind het juist bevrijdend. Als je alleen maar bezig bent met het afwerken van een to-dolist die bovendien steeds langer wordt, dan is het leven een constante strijd. Mijn stelling is dat je dat gevecht helemaal niet hoeft te voeren, omdat het toch niet te winnen is. En dat je met dat inzicht de energie en innerlijke kracht vrijmaakt om te kunnen focussen op de dingen er écht toe doen, al lijken die in het grote plaatje misschien onbeduidend. Maar dat is juist het punt dat ik wil maken: naarmate je meer afstand neemt, is alles waar we ons mee bezighouden van marginaal belang. Natuurlijk zullen sommige mensen zich dan gaan afvragen wat voor zin het heeft om je überhaupt nog ergens voor in te spannen. Maar besef dan wel dat nihilisme een vorm van perfectionisme is die voorkomt uit idealisme, en niet zozeer uit realiteitszin. Het is bijna niemand gegund om dingen te presteren die over duizenden jaren nog steeds hun invloed doen gelden.
De titel van uw boek suggereert dat het ongeveer een maand duurt om het imperfectionisme te omarmen.
Met de nadruk op ‘ongeveer’. Ik bied geen methode waarmee je een maand de hei op kunt om vervolgens als herboren terug te komen. De weg naar meer innerlijke rust is een proces van kleine veranderingen. Het goede nieuws is dat die je zelfs kunt doorvoeren als je verdrinkt in de emails en vergaderingen. Vandaar dat ik het boek heb opgesplitst in vier delen met elk zeven hoofdstukjes, zodat je zonder al te veel tijdsdruk in 28 dagen tot een reset kunt komen.
Een van de eerste suggesties die u doet is om het menszijn te zien als een tocht in een kajak, in plaats van in een superjacht.
Een van de grootste valkuilen bij zelfverbetering is dat mensen er een langetermijnproject van maken, met schema’s en systemen om er maar zeker van te zijn dat ze de juiste weg volgen. Ik noem dat dagdromen ‘superjachtdenken’, wat eigenlijk een vorm van uitstelgedrag is. Maar in plaats van te streven naar de ultieme controle kun je ook in een kajak stappen en je een stukje met de stroom mee laten voeren. Bijvoorbeeld door gewoon te beginnen aan dat creatieve project waar je al zo lang tegenaan loopt te hikken, al is het maar voor tien minuten. Het is ook een stuk spannender om een rivier af te zakken zonder te weten wat je in de volgende bocht te wachten staat. Niet dat ik veel ervaring heb met superjachten, maar het lijkt me nogal saai om je reis te laten bepalen door de automatische piloot.
Een andere metafoor die u gebruikt is die van het probleem als een knagende rat.
Daarvoor ben ik dank verschuldigd aan de Amsterdamse zenmonnik Paul Loomans. In zijn boek Ik heb de tijd omschrijft hij de dingen die we vermijden, als ratten die ‘s nachts aan onze tenen knagen. De enige manier om daarmee om te gaan is te accepteren dat ze er zijn, en deel uit maken van je leven. Als je bang bent dat je rood staat op de bank kun je misschien beslissen om niet meer naar de pinautomaat te gaan, maar daarmee is je financiële positie nog niet verbeterd. Pas als je er vriendschap mee sluit wordt zo’n knagende rat, om in Loomans’ termen te blijven, een ‘wit schaap’, dat geduldig achter je aanloopt totdat je er een bestemming voor hebt gevonden.
Zo te horen hoeft zelfverbetering helemaal niet ingewikkeld te zijn.
Soms zijn onze plannen inderdaad een stuk eenvoudiger te verwezenlijken dan verwacht. We gaan er te snel vanuit dat doelen alleen te bereiken zijn door keihard te werken. En vice versa, dat iets waar je enorm veel moeite voor moet doen wel zinvol moét zijn. Zoals de Amerikanen het stellen: no pain, no gain. Met als gevolg dat veel mensen zich bij voorbaat al laten ontmoedigen door de obstakels die ze op hun pad denken te vinden, of zich juist uitputten met zinloos werk vanuit het idee dat ze nuttig bezig zijn. Maar in plaats van te gaan piekeren over waar je je motivatie en energie vandaan moet halen, kun je ook bij jezelf nagaan: hoe zou dit project eruit zien als het makkelijk was? Dat is, ironisch genoeg, niet altijd even makkelijk, want het voelt een beetje als valsspelen. Maar door de vraag zo te formuleren verschuif je het perspectief van de planning naar de uitvoering, en de specifieke taken die je daarbij zelf in de hand hebt. Ik merkte dat een tijdje geleden toen ik de vijfde verjaardag van mijn zoontje wilde vieren en daar al heel snel een heel ingewikkeld project van had gemaakt. Terwijl je op die leeftijd met ballonnen, pizza en ijs al een fantastisch feestje hebt.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.