In In vorm komen nodigt filosoof Jos Kessels de lezer uit op een reis langs de randen van denken, dialoog en zelfkennis. Hij vertrekt vanuit het gedachtegoed van Socrates, die hij neerzet als een ‘wakkermaker’ – iemand die zijn gesprekspartners uitdaagt tot diepgaand zelfonderzoek. Centraal staat de vraag: wat betekent het om werkelijk in vorm te zijn?
puzzelstukjes
Bij het lezen vielen voor mij veel puzzelstukjes op hun plek. Zoals de relatie tussen verschillende Socratische gespreksmodellen en de verhouding tussen objectieve en subjectieve kennis. Kessels herwaardeert Plato’s klassieke ideeënleer niet als abstracte theorie, maar als een praktische leer van ‘in vorm komen’: een toestand van innerlijke harmonie tussen buik (verlangen), hart (ambitie) en hoofd (inzicht). Meesterschap, stelt hij, ontstaat door die balans. Zo maakt hij van filosofie een vorm van levenskunst, meer dan een puur intellectuele bezigheid.
Socratische dialoog
Een belangrijk middel tot dat meesterschap is de Socratische dialoog, waarin reflectie, verwondering en taal samenkomen. In de dialoog ontstaat vrije ruimte – een voorwaarde voor diepere inzichten en nieuwe perspectieven. Kessels stelt dat het voeren van een goed gesprek een kunst op zich is, een kunst die we zijn gaan verwaarlozen. Daarom breekt hij een lans voor het Socratische gesprek als methode voor bewustwording, zowel persoonlijk als collectief.
modellen
Het boek is inhoudelijk én methodisch rijk. Kessels introduceert modellen als het zandlopermodel en later het kralenspel. Die kende ik al, maar ik realiseerde me pas nu dat hij het kralenspel ontwikkelde als reactie op de beperkingen van de zandloper. Daarmee biedt hij ruimte aan gevoel, verbeelding en lichamelijke wijsheid. Gesprekken gaan volgens hem niet om het vinden van oplossingen, maar om het verhelderen van begrippen: van discussie naar dialoog, van mening naar betekenis. Filosofische vragen zijn daarbij ‘trage vragen’ – ze vragen geen snel antwoord, maar verdieping.
aanknopingspunten
Wat In vorm komen krachtig maakt, is dat het steeds concrete aanknopingspunten biedt. Je krijgt geen droge theorie, maar praktische handvatten voor onderzoekende gesprekken. Denk aan vragen als: ‘Wat betekent vriendschap voor jou?’ of ‘Wanneer kwam je jezelf het meest tegen?’ Zo wordt het boek toepasbaar in zowel professionele als persoonlijke situaties.
Kessels onderbouwt zijn ideeën met verwijzingen naar Socrates, Plato, Václav Havel, Francis Bacon en Polanyi, maar blijft toegankelijk. Tegelijk is het boek kritisch. Tegenover objectieve, afstandelijke en vaak technocratische kennis plaatst hij het innerlijke weten: stilzwijgende kennis en persoonlijke ervaring. Filosofie, anders dan psychologie, gaat niet over functioneren, maar over betekenis geven en morele oriëntatie.
zelfonderzoek
Ook over leiderschap is Kessels helder: zonder zelfonderzoek is goed leiderschap onmogelijk. Wie leiding geeft, moet ook leiding geven aan zichzelf. Een kernzin uit het boek luidt: ‘De belangrijkste verandering die mensen kunnen ondergaan, is de verandering van de wijze waarop ze naar de werkelijkheid kijken.’
Het laatste hoofdstuk is een uitnodiging tot zingeving. Voor Kessels is een filosofisch leven geen hoogdravend ideaal, maar een levenshouding waarin denken, doen en zijn samenkomen. Hij maakt onderscheid tussen doeners (zoals Olivier B. Bommel) en zijners (zoals Tom Poes), en benadrukt dat beiden hun plek hebben – zolang ze zich bewust zijn van hun drijfveren.
veelomvattend en gelaagd
Hoewel het boek soms veelomvattend en gelaagd is, weet Kessels de lezer bij de hand te nemen. Zijn stijl is helder, zijn voorbeelden zijn herkenbaar, en zijn boodschap blijft consistent: echte verandering begint van binnenuit, met het stellen van de juiste vragen.
In vorm komen is een rijk, wijs en praktisch boek. Het brengt filosofie terug naar haar oorsprong: het leven onderzoeken om het beter te begrijpen – en beter te kunnen leven. Voor iedereen die wil leren denken, leiden en leven met meer inzicht, moed en maat is dit een waardevolle gids. Ik heb er enorm van genoten.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.